Tu as bien compris les règles de l'adjectif "bon"? Tu ne sais pas bien quand tu dois employer l'adjectif "bon"? Est-ce que je dois employer "bon" ou "bien"?
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen die "bon" en "bien"? Gedaan met de verwarring. Vanaf nu doe je het altijd goed! ;-)
Van al die leerstof krijg je natuurlijk ook honger! Wees gezond!
Prends une demi-pomme ou veux-tu une pomme et demie?
Waarom is die laatste "demie" nu opeens wel aangepast aan het substantif en die eerste niet?
Zijn er nog van die speciale gevallen? Al jouw vragen zullen in deze twee video's beantwoord worden.
Ging je vorig weekend naar de cinema, of ben je er vorige maand naartoe gegaan? Droeg je vorige week die groene pull, of heb je hem al lang niet meer gedragen?
De imparfait en de passé composé zijn erg verschillend qua vormingswijze, maar doordat ze allebei gebruikt worden voor het uitdrukken van een verleden tijd, worden ze toch vaak met elkaar verward. Daar komt nu een eind aan! Gedaan met de verwarring, verleden tijd ;)
In drie video's leggen we (1) de vormingswijze, (2) de vertaling en het gebruik van de imparfait uit en (3) het verschil met de passé composé.
"J'adore la vie! J'aime tous mes amis! Tu as besoin d'aide? Je vais t'aider!"
Ben jij ook zo een positief ingesteld persoon?
"Je ne comprends pas le français! Je ne vais jamais réussir pour l'examen de français!"
Je bent toch geen negatief ingesteld persoon? Of ben je enkel zo negatief omdat je de negatie niet goed kan vormen?!
In het eerste geval: Houden zo!
In het tweede geval: Geen paniek! Na het kijken van de video over "la phrase négative" zal je alles perfect begrijpen en kan je ook eens positief zijn! Of negatief? Of toch positief? Of... ?
Laten we maar gewoon beginnen.
"L'auxiliaire modal ou semi-auxiliaire modal (du latin modus,-i, « mesure musicale, mode, manière ») est un des outils linguistiques parmi d'autres permettant d'exprimer une modalité, c'est-à-dire de présenter un fait comme possible, impossible, nécessaire, permis, obligatoire, souhaitable, vraisemblable. "
Begrepen? Hoezo neen? Het is toch makkelijk? De modale werkwoorden geven gewoon iets meer informatie over een ander werkwoord. Dit kan bijvoorbeeld een wil zijn: "Je veux nager". Of een noodzaak: "J'ai trop chaud. Je dois nager".
Zijn er nog meer voorbeelden? Natuurlijk!
Ontdek de rest aan de hand van drie video's over de werkwoorden vouloir, devoir, savoir en pouvoir.
"Le garçon que j'aime, est à l'autre côté de la cour!"
"J'aime ce garçon avec ce pull bleu qui est à l'autre côté de la cour! Un seul problème. Il a déjà une petite copine!"
Een klein probleempje inderdaad. Je zal nog niet meteen een relatie kunnen starten, MAAR "qui" en "que" kunnen je troosten. Wat?!
Je hebt het goed gehoord, ja. "Qui" en "que" kunnen het liefdesverdriet verzachten, want deze woordjes zorgen voor een relatie!
Niet tussen jou en die knappe gast met zijn blauwe pull nauurlijk, maar wel tussen de twee zinsdelen.
Het zijn namelijk "pronoms relatifs" - Betrekkelijk voornaamwoorden. Deze verbinden twee zinsdelen en geven meer informatie over de hoofdzin.
Bekijk de 3 video's en kom alles te weten over "qui" en "que"!
Als ik denk onder voorzetstels, dan denk ik vooral langs kleine woordjes die vaak verkeerd gebruikt worden of zelfs carrément vergeten worden. Ze hebben nochtans echt hun plaats in de zin, want door het verkeerd gebruik ervan klinkt ook de vorige zin toch wel een beetje vreemd, niet?
Pour, à, dans, sur, sous, entre, derrière... dit zijn allemaal voorzetsels.
In de eerste video bekijken we voorzetstels algemeen, in de tweede video bespreken we het gebruik ervan voor namen van landen en steden. In de derde, al een beetje moeilijker, bespreken we de vaak voorkomende voorzetsels en, à en de.
(Let op! In deze laatste video zijn jammer genoeg een paar foutjes geslopen, kijk zeker even onder de video voor de correcties! )
Monsieur Leblanc, pour moi une dame blanche, svp.! Jij vindt dat misschien ook lekker?
En waarom is le prix plus bas en basse saison, voor een hotelkamer?
Het adjectif is, net als het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands, een woord met verschillende gedaantes. Dat komt omdat het zich aanpast aan het woord waarover het iets meer zegt.
Er zijn dan wel algemene regels voor de vorming van het vrouwelijk of het meervoud van die bijvoeglijke naamwoorden, maar ze dekken niet altijd de volledige lading. Zijn er dan geen trucs om het toch te kunnen onthouden? Ja, hoor. Je komt er alles over te weten door het bekijken van deze lessen. Bonne chance! Of toch maar bon appétit, omdat je nu toch eerst dat ijsje gaat eten?
De eerste video gaat (ook) over het bijwoord (l'adverbe) want dat onderscheid moet toch wel eerst duidelijk zijn.
- Bravo ! s'écria Mr Ollivander. Très bien, vraiment très bien. Etrange... très étrange...
Il reprit la baguette et la remit dans sa boîte qu'il enveloppa de papier kraft en continuant de marmonner : 'Etrange... vraiment étrange ...'
- Excusez-moi, dit Harry, mais qu'est ce qui est donc si étrange ?
Le vieil homme fixa Harry de ses yeux pâles.
- Je me souviens de chaque baguette que j'ai vendue, Mr Potter, répondit-il. Or, Le phénix sur lequel a été prélevée la plume qui se trouve dans votre baguette a également fourni une autre plume à une autre baguette. Il est très étrange que ce soit précisément cette baguette qui vous ait convenu, car sa soeur n'est autre que celle qui... qui vous a fait cette cicatrice au front.
Heeft Harry Potter nu opeens een nieuwe vervoeging uit zijn toverstok getoverd of is dit gewoon een courante Franse vervoeging?
Alles wordt duidelijk in het filmpje en de bijhorende oefeningen! Aarzel niet!